Bij een behandeling van kanker wordt snel gedacht aan chemotherapie, bestraling en operaties. De afgelopen jaren waren onderzoekers al druk bezig met de veelbelovende immunotherapie, maar nu is er een doorbraak. Bij deze relatief nieuwe therapievorm wordt het eigen afweersysteem gestimuleerd om de kankercellen aan te vallen.

Het afweersysteem scant het lichaam op cellen die er eigenlijk niet thuishoren, zoals cellen die door het griepvirus geïnfecteerd zijn. Dat doet het aan de hand van eigenschappen, eiwitten en aan de oppervlakte van een cel. Het afweersysteem komt in actie en vernietigen de cellen, zodra de eigenschappen van de cel afwijkt van andere.

Bij immunotherapie worden kankerpatiënten behandeld op basis van de werking van het eigen immuunsysteem. Dat kan op twee manieren:

1. Patiënten worden behandeld met een stof die ervoor zorgt dat het lichaam de activering van afweercellen niet meer afremt (die rem is normaal gesproken nodig om bijvoorbeeld niet op elke, licht afwijkende, maar onschadelijke cel de aanval te openen).
2. Lichaamseigen afweercellen worden in het laboratorium geactiveerd, vermeerderd en daarna teruggeplaatst in het lichaam. 

Er zijn nog meer positieve effecten van immunotherapie. Uit onderzoek is gebleken dat een tumorbehandeling met immunotherapie vaak langdurig of mogelijk definitief wegblijft, dan bij chemotherapie of bestraling. Daarnaast ervaren mensen de therapie ook prettiger, omdat jouw eigen afweersysteem de kankercellen bestrijden. De patiënt wordt zo als het ware zijn eigen kankerbestrijder.